Zomerpaleis, Verboden stad en streetfood
Door: daniellefrek
Blijf op de hoogte en volg Danielle
16 Mei 2012 | China, Beijing
Als ik een klein uurtje en 2 overstappen later uit de metro stap en aarzelend om me heenkijk, wijst een oud waterverkopertje me met een knorgeluidje en een zwaai van zijn arm de goede kant uit, richting North Palace entrance. Een stukje verderop bezwijk ik toch eindelijk voor een geroosterde zoete aardappel die op een rooster ligt op een gloeiende oliedrum achterop een fiets gebouwd. Hij kost 10 yuan en is een lekker warm ontbijtje. Een boers uitziende oude vrouw loopt achterste voren en lacht hard als ze me de aardappel ziet eten. Tja... Sophisticated it is not...
Ik koop voor 60 yuan een all access entreekaartje (beter niet doen en los betalen, bij nader inzien) en val meteen met de neus in de boter in The Buddhist Fragrance Pavillion, waar tientallen mensen als een soort linedancers naast elkaar staan te dansen op Chinese muziek met een beat. Aan de andere kant van het paviljoen staan mensen te dansen met waaiers, volkomen uit ritme, een stel staat touwtje te springen en wat mensen hoelahoepen. Een vrolijke manier van fit blijven. Meteen na de ingang kom je bij een aantal in 1980 helemaal opnieuw opgebouwde Boeddhistische tempels die er zowaar echt oud uitzien en geweldige namen dragen als Temple of the sea of wisdom en Cloud dispelling hall. Ik klim met de tong op de knieen helemaal naar de top. Best een klim. Maar elk moeilijk ter been oudje doet het ook! De wandeling door het mooie park richting het Kunming lake is ook best steil maar wel de moeite waard. Ik kom er achter dat de boot die ik wou nemen, terug naar Beijing, niet gaat. Helemaal niet. De boottours over Kunming Lake richting South Lake Island gaan ook niet, noch de peddelboten. Ik weet niet of dat aan het vroege uur ligt of aan het weer want de meeste mensen lopen nog met jassen aan.
Wat grappig is: als je door het eerst nog rustige park loopt hoor je ineens traditionele muziek dichterbij komen schetteren. En elke keer blijkt het een oud stel te zijn waarvan vaak de man een telefoon of mp3 speler om zijn nek heeft waaruit de muziek blert. Oude mensen zijn hier sowieso goed vertegenwoordigd. Veel van hen ook met heel jonge kinderen bij zich: cultureel verantwoord oppassen, haha.
Any who... Na wat rondwandelen door de corridor waar steeds meer enorme groepen met luidsprekergids me tegemoet komen, dwaal ik weer terug richting ingang en Suzhou Street, in oude huisjes rond het grachtje gelegen souvenirkraampjes en eethuisjes. Als je niet uitkijkt, beland je in de plomp met waterlelies en dunne grijze visjes want de paadjes zijn smal en niet iedereen houdt zich aan het eenrichtingsverkeer. Buiten de ingang eet ik een stuk meloen op een stokje om de nadronk van verbrand plastic die de pruimensap had kwijt te raken. En net voor de metro ga ik nog maar eens voor echte streetfood: op een kar bakt een vrouw een soort pannenkoekjes, haar man vult ze met een pikante dunne pindasaus, sliertjes onbekends, gewassen slablaadjes en platte sate van kipfilet en rolt het op als wrap. Maar 70 cent en erg lekker. En ach, ik heb mijn tanden zoveel met kraanwater gepoetst dat de natte sla geen probleem moet zijn, het gevaar zit meer in de kipfilet die uit een zak naast de warme oliedrum ligt en waar het vlees lekker in ligt te broeien.
Aan het begin van de middag is er geen ontkomen meer aan: het is tijd voor de Forbidden City. De metrohalte ligt vlak voor de ingang met een mega foto van Mao boven de deur. Ook hier moet elke tas door de scan en incidenteel moet iemand vragen beantwoorden of in de tas laten kijken. Het is nog niet half zo druk als gisteren maar nog steeds hels veel mensen. Voetje voor voetje schuifelen we naar binnen en zijn honderden meters en tig enorme poorten verder voor we een kaarje kunnen kopen. Ikvind het nu al niks maar ja, naar Beijing komen en niet hier naartoe gaan...
De Chinezen komen aan de gelaatstrekken te zien uit allerlei windstreken. Voor elk iets wordt formeel geposeerd door de oudjes, jonge meiden en vrouwen poseren bij voorkeur wulps met getuite lipjes of een voetje elegant omhoog geknikt. Het ziet er niet uit maar het is hier helemaal hot. Wat ook hot is, vooral voor wat waarschijnlijk Oeigoerse toeristen zijn (gezien de middenoosters-achtige/anders aziatisch/chinese trekken) is je ongevraagd vastklemmen aan een dikke blonde westerling alsof ze je long lost sister is en je vriendje/vriendin een foto laten maken en xie-xie roepen voor de westerling beseft dat ze voor de 8e keer overvallen is. En dan in het geval van vriendinnetje het hele scenario nog eens herhalen. Bizar, maar ik kon er wel om lachen en liet het maar gebeuren. Hoewel, een meisje komt waarschijnlijk thuis met een blonde westerling met chocolade en pinda's aan d'r tanden op de foto :-) Surprise!!!
En dan komt de ware cultuurbarbaar in mij boven: ik vind aan de hele verboden stad dus echt geen duvel aan. Het ene grote druk bewerkte gebouw na het andere, schuifelend tussen grote groepen en kleine gezinnetjes. Tientallen trappen op en af naar steeds meer van hetzelfde saaie, super gerestaureerde oranje dak op enorme zalen met vrijwel niets er in. en nog verder, en nog verder. Na 2,5 uur lopen, lopen, lopen en gekwetter van luidsprekergidsen aan alle vier kanten vind ik het jetje. Ik ben het spoor van de verschillende dynastieen bijster, het enige dat me bijblijft is in grote lijnen: Qing en Ming, gebouwd in 14e en 15e eeuw, altijd door brand verwoest en aan het einde van de 19e eeuw herbouwd volgens oorspronkelijk plan. En dan moet je ook nog terug. Dat doe ik langs de exposities van porcelein, houtsnijwerk, schalen, luxe artikelen uit deze periodes die in de gebouwen aan de zijkant staan. Ik ben bekaf als ik eindelijk naar buiten strompel. Niet alleen door de verboden stad, moet ik toegeven. Ook al is het ietwat vervelend dat je er bij een hele andere poort uit moet dan dat je er in kwam. Ook het trappenlopen in metro's is hier heftig want met veel overstappen heb je altijd een enorme klim voor de boeg en metro's hebben hier, in tegenstelling tot bijv. Sjanghai, niet altijd roltrappen.
Met wat boodschapjes uit een lokale supermarkt rol ik het hotel in, me nu al schuldig voelend dat ik geen enkele intentie heb (om 18 uur) om vandaag nog weer naar buiten te gaan.
Maar om half 8 kriebelt het toch en ga ik met krakende knie- en heupgewrichten op zere voeten de korte hutong waar mijn hostel aan zit maar eens verkennen. Er zitten zo'n 10 eethuisjes dichtbij en ik duik bij de moslimvariant naar binnen. Ik bestel er zomaar iets door plaatjes aan te wijzen en krijg de soort Japanse gegrilde boontjes maar dan anders: gekookt met pepertjes, zout en iets wat ik sinds de thee-eieren denk te herkennen als steranijs (wat even later blijkt te kloppen). Het hoofdgerecht is een zoetpikante machtige schotel met kipfilet, pinda's, pepers, sojasaus, komkommer, wortel en bosuitjes. Grappig genoeg krijg ik als enige wegwerpstokjes (de rest krijgt gewoon de standaardstokjes) en brengt de gehoofddoekte serveerster die goed Engels spreekt trouwens, me even later een lepel, haha. Naar de mannen aan de tafel naast me worden van de overkant van de straat gegrilde spiezen gebracht, waarvan eentje een superdunne, langgerekt konijnachtige iets lijkt te zijn. Yummie! Ik haal bij een buurkraampje iets wat lijkt op een noten-honingkoek maar wat jammergenoeg niet zoet blijkt. Nou, zo lijkt mijn streetfooddagje wel rond. Volgegeten rol ik mijn hotelkamer weer in. Morgen is er weer een dag!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley