Een dagje rondrazen in Turijn
Door: Danielle
Blijf op de hoogte en volg Danielle
04 Februari 2017 | Italië, Turijn
Met de snelle (en duurdere) trein ben je er in een klein uurtje. Van tevoren geboekt, bespaar je al gauw twee tientjes op een enkeltje. Voor twee euro meer heb ik een gereserveerde zitplaats én een kop thee met zoete of hartige koek erbij. En een stopcontact, maar dat was ik even vergeten.
Als je Milaan Centrale uitrijdt, zie je alleen maar spoor, banen en banen naast elkaar en rare grote topzware bouwsels over de rails. Het oude station ligt pietepeuterig tussen al dit metalen geweld. Er is weinig te zien dus ik lees een boek en voor ik ’t weet sta ik in Turijn.
Het Egyptisch museum hier is wereldberoemd en stond eerst op mijn to-do-lijstje. Om er de avond voor vertrek af te kukelen en plaats te maken voor het GAM (Galleria d’Arte Moderna). Ik koop een Torino + Piemonte kaart voor musea en openbaar vervoer. Dat komt net uit en is wel erg makkelijk. Via de colonnades van gebouwen, waarvan Turijn er bijzonder veel heeft, loop ik naar ’t GAM. Ook hier veel gele gebouwen, de colonnades eronder gevuld met winkeltjes. Overkappingen verbinden de gebouwen over straatjes en tramrails. Grote standbeelden staan op pleinen. De bomen winters grillig langs de straten.
Het GAM doet aan als een beursgebouw: jaren zeventig strak en eenvoudig. De collectie bevat vooral veel Italianen. Nieuw op mijn netvlies zijn nu bijvoorbeeld: Filippo de Pisis, Renato Birolli en de kleurloze werken van Morandi. Ik ben blij verrast door een klein sculptuurtje van Lynn Chadwick, wiens werk ik voor het eerst zag onderaan de Kaskad in Yerevan (Armenië). Ik kom er ook een bijzonder werk tegen van Klein, een Picasso, een paar Karel Appels, een mobiel van Calder, werken van Chagall, Hartung, Jorn en Modigliani. Genieten!
Mijn kaartje geeft blijkbaar ook toegang tot de speciale expositie, die van Carol Rama. Een Turijnse wiens naam ik nog nooit gehoord had. Er worden 200 werken van haar geëxposeerd en ze laten een heel wijde range aan stijlen zien. Een speciale ruimte is gereserveerd door haar seksueel getinte werken. Overall ben ik onder de indruk. Een veelzijdige kunstenares, waarbij je een soort verkniptheid voelt zonder dat het te eng wordt (zoals bijv. bij Dali met al z’n vogelonderdelen in zijn werken). De oogjes (Turks aandoend) in een aantal werken vind ik wel een beetje creepy.
Na ’t GAM is ’t tijd om naar Lingotto te gaan. Een paar haltes met de metro brengen je bij de grote voormalige Fiatfabriek. Het gebouw heeft allerlei nieuwe functies gekregen: zo zitten er een groot winkelcentrum in, een kunstgalerie, een hotel. In het gebouw ernaast, bij het concept Eataly, kijk ik mijn ogen uit. Dertig soorten zout, honderden soorten wijn, overal lekkers en delicatessen, hele viswinkels, pastawinkels, brood- en gebakwinkels. Foodies paradise. Tenzij je lijdt aan keuzestress, dan is dit een lastige omgeving, haha.
Eataly’s concept is leuk: bij de restaurants schuif je aan een bar of tafel en kies je uit eenvoudige menukaarten. Of je bestelt willekeurig waar iets en zoekt met je eten een leuk plekje.
Ik ga voor het combinatiemenu bij Il Ristorantino Delle Verdure, een groenterestaurant: kleine porties van een bieten-spinaziehamburgertje, een Russische salade met tonijn, een spinaziemousse-taartje met kaassaus en een gefrituurde polenta met ansjovissausje. Erg lekker en nieuw voor mij. Voor 1 euro krijg je er een fles water bij, voor nog een euro meer een zak met knapperig, vers gebakken boerenbrood. Nom, nom, nom.
Ik loop terug naar ’t grote, statige en goud onderhouden Fiatgebouw. In de verte hoor ik de geluiden van scheurende auto’s met grommende motoren van een auto-expo ergens in de buurt. In het grote winkelcentrum zit de Pinacoteca Giovanni e Marella Agnelli. Je komt er via een boekwinkel.
Ik verwachtte een grotere expositieruimte maar uiteindelijk vind ik hier maar 25 werken. De meeste zijn van de Italiaan Canaletto. De verrassing aan het einde is dus extra speciaal: zeven kleurrijke werken van Matisse. Schitterend. De moeite waard (en met de Torino-Piemonte kaart ook al betaald). Leuke bijkomstigheid is dat je op de racebaan van de Fiatgarage mag rondkijken, met je museumkaartje. Grote gele betonblokken blokkeren nu de baan. Sowieso vraag ik me af wie op zes hoog over een baan wil scheuren met alleen een muurtje van minder dan een meter hoog tussen hem en ’t luchtledige…
Buiten blijkt de geplande route met de bus tijdelijk opgeheven. Dus pak ik de metro terug richting Parco del Valentino. Bij metrohalte Nizza stap ik uit en kom naar buiten met uitzicht op een schitterend gebouw tegen een knalblauwe hemel. Aan de rechterkant wordt een lokaal biologisch marktje (althans, zo ziet het er uit) opgebroken. Een marktkoopman wijst me de weg ‘sempre dritto’ als ik het goed versta. Ik interpreteer dat als ‘alsmaar rechtdoor’.
Ook hier zijn de gebouwen groot en statig, wat minder sierlijk, op een enkele oppoppende toren na of een gebouw in gele verf met kleine Franse balkonnetjes.
Ik stuit op een groot standbeeld en volg de bordjes ‘Borgo Medievale’ het Parco del Valentino in. Eekhoorntjes springen in het rond, een loslopende hond zet de jacht in. In de koude winterlucht ligt het middeleeuwse kasteel (of burcht) er mooi bij. Knoestige bomen staan ervoor. Ik wandel tussen de burcht en de rivier door en wordt verrast met mooie doorkijkjes en vergezichten. Op de rivier de Po varen volop kano’s in vrolijke kleuren. Het middeleeuwse ommuurde ‘stadje’ is gezellig. Er lopen een paar mensen rond en het is er prachtig: muren in diverse motieven, zwaar bewerkte plafonds met vissen-met-mensengezichten. Het kerkje in donkeroranje steen heeft mooie muurschilderingen, een fontein spuit water. Een Hongaarse viszla wordt door zijn baasje op de foto gezet als ie uit de fontein drinkt. Via een houten brug met kettingen loop je het ‘stadje’ uit en het park in. Het is er druk. Veel wandelaars, veel honden, veel eekhoorntjes die de honden gewoon uitlachen door net boven hun bereik tegen een boomstam te plakken.
Het uitzicht op de rivier is fraai, met de twee mooie bruggen van het stadscentrum in de verte. Zalig lopen hier, maar inmiddels heb ik er al flink wat kilometertjes opzitten. Dus als ik het park uitkom, wil ik een tram pakken. Dat lukt niet, dus sjok ik door. Aan de overkant van de rivier torenen twee gebouwen boven de huizen uit. Het Kappucijnerklooster en nog iets… Een fraai uitzicht!
Ik kom via mooie kleine straatjes, met veel verval, veel lellijke graffitti tags, afbrokkelende gevels, mooie statige pleinen, en brede straten bij een kleine pasticceria waar ik een kopje thee drink met een snack die ik al vaker zag: krokant gebakken deeg bedekt met poedersuiker. Lekker zoet en knapperig. Daarna kan ik er weer tegen.
Ik pak een tram richting Filmmuseum. Nog iets waar Turijn bekend om is. Ik zie langs de grote straat een enorme muurschildering. Niet mijn smaak, maar erg groot en prominent aanwezig. Ik duik de kleinere straatjes in en loop rond. Nog meer verval en afbrokkelende gevels. De puntige toren van het Filmmuseum steekt er bovenuit. Als ik er aankom, staat er een enorme rij. Nu wilde ik niet zozeer naar ’t museum maar naar de toren, en daar is de rij het langst voor. Dus sla ik het over. Ik wandel rond tot ik bij de twee belangrijkste pleinen en winkelstraten van Turijn kom. Ook hier is ’t een en al standbeelden, mooie gebouwen, schitterende gevels, dure winkels, colonnades met winkels erin… En mensen, heul veul mensen! Denk Kalverstraat-op-een-zaterdag-druk. En dat terwijl het al vijf uur is. Via allerlei palazzo’s en piazza’s sjok ik, enigszins overvoerd met indrukken, terug naar het Porto Nueva station. Turijn schijnt veel mooie street art te hebben, met name in de wijken rondom het centrum, maar ik kan de moed niet meer opbrengen. Op de weg terug naar ’t station zitten her en der straatmuzikanten, op pleinen of bij fonteinen. Met professionele trommels of met plastic emmers als drumstel. Ik ben uitgeteld en werp er maar een halve blik op.
Als ik moet kiezen welke trein ik terug moet nemen, laat ik de prijs bepalen. De snelle trein doet er net iets minder dan een uur over maar kost 32 tot 39 euro en vertrekt een half uur later. De trein die er 45 minuten langer over doet maar meteen vertrekt, kost maar 12 euro. De keuze is dus snel gemaakt. De stoelen zijn half zo breed als in de ‘gewone’ trein maar ’t zit niet vol. Doezelend zoef ik terug naar Milaan.
Net voor aankomst op het station moet ik beslissen wat ik doe qua eten. Ik besluit rond Centrale iets te zoeken. Het is bijna 8 uur en het tijdstop waarop de restaurants net voor de avond geopend zijn. Als ik een vestiging van Rosso Pomodoro zie óp het station Centrale, die in een van de door mij gelezen blogs genoemd wordt als ‘best goed en betaalbaar’, is ook hier de keuze snel gemaakt. De kaart hoef ik niet eens open te slaan: het gerecht van de dag Scialatielle di Gragnano IGP cozze vongole e pomodorini wordt het. En het is goed, niet spectaculair maar gewoon, lekker, smakelijk.
En dan vind ik het voor vandaag meer dan genoeg. Terug naar ’t hotel, te moe om een blogje te schrijven. Morgen de laatste dag alweer. Ik ben zelfs te uitgeteld om daar iets voor voor te bereiden. Dat moet morgenvroeg maar!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley