Botanische tuin en snorkelen
Door: Danielle
Blijf op de hoogte en volg Danielle
20 April 2017 | Mauritius, Mauritius
Ik schud mezelf dus wakker. Niet dat ik iets super spannends ga doen. Vandaag staat namelijk de botanische tuin van Pamplemousses op de planning. De tuin ligt 8 km verderop en schijnt een van de beste ter wereld te zijn. Okay…?! Een logische wijze om er te komen met de bus lijkt er volgens de Mauritiaanse 9292 niet te zijn. Maar bij de bushalte vertelt een mevrouw me dat ik in hartje Trou aux Biches over kan stappen op een bus die me tot voor de poort brengt. Want tja, een taxi nemen gaat tegen mijn 'principes' in, al had ik er uiteindelijk 2,5 uur tijd mee kunnen besparen!
Dus wacht ik 25 minuten in de schaduw van een lichtmast op de bus die me langs de landbouwvelden voor de indrukwekkende bergketen rijdt. Het rondje ziekenhuis van de bus lijkt meer een rondje pretpark. Naast de verspreid liggende gebouwen van het ziekenhuis zijn er legio eettentjes en kraampjes die patiënten en hun familie het hoognodige verkopen.
Uiteindelijk stopt de bus op zo'n 100 meter van de ingang van de Sir Seewoosagur Ramgoolam Botanical Garden, die verstopt zit achter een grote, lomp aandoende kerk. Wederom een Franciscus van Assisi-kerk, daar lijken ze hier gek op.
De tuin is fraai, met een grote diversiteit. Bij de lotusplanten vind ik zowel de bloemen als de kelken waar al vruchten in zitten. Eetbare, al heb ik ze hier op de markten nog niet gezien.
De landschildpadden worden gehouden in een soort omheind weilandje en liggen onverstoorbaar te kauwen. De grootste publiekstrekker zijn de Victoria-waterlelies met hun enorme bladen. Sommige hebben een diameter groter dan een tafel. Er zitten wat bloemen in, paars en wit. Het mooist zijn de zich nog ontvouwende bladen, die hebben een beetje een buitenaards aanzicht met hun gekartelde, roodgeaderde randen.
Vogeltjes in soorten en maten vliegen rond, net als toergroepen die in het Duits of Frans worden toegesproken, haha. De tuin wordt goed bezocht en flinke aantallen medewerkers houden de boel op orde.
Als laatste halte ga ik naar die ene palmboom die, als hij eenmaal in bloei staat, afsterft. Er is weinig interessants aan te zien. Been there, done that...
Net buiten het terrein zitten een paar restaurantjes die duidelijk op de toergroepen gericht zijn. Ik zie een gerecht waar ik trek in heb, maar wil daarvoor geen set menu bestellen. Dat kan, maar je betaalt wel de hoofdprijs. En dat voor een maaltijd van nationaal gerecht rougaille (met octopus in dit geval) dat behoorlijk smakeloos en niet interessant uitgevallen is. Nogal jammer (want een maaltijd verspild, is een kans gemist om iets nieuws te proberen).
Als ik bij de bushalte sta, komt er een grote hond aanlopen, die met metalen ketting en al aan de wandel is en die de locals schrik aan jaagt. Dan komt de bus voorrijden en sta ik binnen no time weer in Trou aux Biches. Aan de weg naar mijn appartement koop ik een mine nature, een noedelgerecht met veel verse groenten en een lekkere 'piment' (sambal). Voor nog geen euro, en ik kan er bijna twee keer van eten!
Als ik toch op de been ben, ga ik meteen maar in de weer met mijn snorkelspullen en binnen no time sta ik bij het strand. Mijn oriëntatiepunt: groot vierkant gebouw, recht vooruit het water in, oriëntatiepunt onder water: de twee bagelvormige koralen. Pico bello, ik lig er!
Er zitten zoveel vissen! In kleuren en maten. Bruine vissen verstoppen zich tussen het koraal, felgekleurde flieberen rond. Ik lig een kwartier in een halve maan van 15 rif-inktvissen. Geweldig. Ze zijn doorzichtig en hebben knalblauwe ogen, veranderen van kleur: naar geel, terug, naar blauw, weer terug. Ik weet het nu nog niet, maar dit wordt de komende dagen mijn vaste snorkelspot! Ik word zo blij van al dit moois!
Ik heb mijn duikhorloge om en weet dus dat ik ruim 1,5 uur rond heb liggen koekeloeren. Ik kom er niet alleen de mooie maar veel voorkomende maskerwimpelvissen, de schoolwimpelvissen etc. tegen maar ook kleine egelvissen (de dodelijke Japanse Fugu, zeg maar), een fluitvis, een trompetvisje (niet zo groot). Het allermooist vind ik de geeloranje boxfish van zo'n 3 cm in het rechthoekig. Met een klein puntig snuitje, vol zwarte stipjes en met een klein staartje dobbert ie ongestoord op dezelfde plek. Nergens bang voor. Zo'n egelvis zit vol met gif dus wordt door andere vissen met rust gelaten en dat merk je. Zo schattig.
Maar uiteindelijk moet je het water natuurlijk weer uit. 's Avonds klotsen mijn hersenen nog vrolijk in het ritme van de zee, dat gaat uren door. Een rotgevoel, maar voor een ervaring als vanmiddag heb ik het graag over.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley