Igreja's en gourmet food
Door: Danielle
Blijf op de hoogte en volg Danielle
07 Oktober 2016 | Portugal, Porto
De Mercado de Bolhao, een markt in een groot industrieel gebouw, zo vervallen dat het in India niet zou misstaan, zit verstopt in achter een grauwgrijze, vuile gevel die alleen opvalt door het formaat. Overal staan stutten, de verf bladdert af en het ziet er algeheel nogal triest uit. Maar… de marktkramen zijn leuk genoeg. Of het nu verse snijbloemen zijn of kraampjes met toeristische meuk (waar ik me de volgende dag op uitleef), levende kippen naast hun net geslachte familieleden of varkenskoppen, varkensworst én varkensbloedworst, er is genoeg te koop. Als ik hier de eerste keer ben, is het er rustig, lokale oude vrouwtjes doen er hun inkopen. De weduwes in zwart of donkerblauw, de ouderwetse vesten een favoriet. De verkoopsters vooral veel in kleurrijke gebloemde jasschorten, zoals mijn oma 40 jaar geleden droeg. Bij de ingang zit een man met een grijze papegaai op zijn schouder op een accordeon te spelen, vlak voor 6-literflessen wijn. De oude verkoopsters zien er niet allemaal even fris en fruitig uit, met hun afgezakte zwarte kousen in afgetraptje pantoffels en vaak pluizige ongekamde haren. Ik zoek de meest propere uit voor een pastel de nata van maar 50 cent als ontbijt. En hij is zalig! Als ik wegloop, begint iedereen tegen met te schreeuwen. Ik kijk verschrikt om en zie een uitgestoken hand met mijn 50 cent wisselgeld, oeps!
Als ik lang genoeg op de markt heb rondgehangen, ga ik richting winkelstraat Rua de Santa Catarina. Maar eerst zie ik nog de Confeitaria Imperio Bolhao, waar ze een andere met ei-mengselgevulde delicatesse verkopen. Het hangt er met de benen uit. Je moet je een plekje in de rij bevechten en dat gaat me te ver.
En ik loop amper weer of ik zie de Capela das Almas. In de geur van poffende tamme kastanjes schiet ik een paar plaatjes van het mooie met azulejos versierde gebouw. Binnen is het donker en zie ik niet zo veel maar buiten is het gebouw ook van de zijkant indrukwekkend blauw-wit. Als ik de winkelstraat door ben, moet ik natuurlijk bij het iconische Majestic, schijnbaar het mooiste theehuis van het land, een kop thee drinken. Maar dat dacht heel toeristisch Porto! Als ik het terras pak, kan ik meteen zitten. Zalig in het zonnetje. Of wachten om binnen in een wriemelende warme massa ingeklemd tussen toeristen te zitten. Dus meer dan een blik op het indrukwekkende interieur haal ik niet, maar ik vind het prima! Een kop thee met pastel de nata dan maar, al is ie 5x duurder dan die op de markt. De hele wachtrij voor een plekje binnen blijft maar plaatjes schieten van gevel en terrasje. Ik zit pontificaal in minstens 100 kiekjes van de gevel van Majestic. Ugh!
Wandelend ga ik van Majestic naar ‘beneden’ richting oude stad en kom uit bij het nog indrukwekkender met azulejos bedekte Igreja Paroquial de Santo Ildefonso. Wat een schitterend gebouw, zeker zo in het lekkere zonnetje! Ik loop door tot het Teatro Nacional de Sao Joao en draai dan om om richting DOP restaurante te gaan. Ik kan de verleiding niet weerstaan het mooie Estaçao de Sao Bento nog even binnen te glippen. Het is er nu nog drukker dan gisteren! Het uitzicht op de kop van de Rua das Flores is schitterend. Aan de ene kant heb je uitzicht op het Sé (de grote kathedraal) waar ik niet dichterbij kom dan dit, aan de andere kant de huizen op de kopse kant van de straten, in het mediterrane geel en oker, met grote belettering, vol met mensen. Heel mooi!
De Rua das Flores is gezellig en druk, overal zitten restaurantjes, winkeltjes, eethuisjes. De Igreja de Misericordia valt op door de lampionnen die ervoor over de straat gespannen zijn. Na alle mooie andere kerken is deze niet bijzonder indrukwekkend. In deze straat zijn wel alle electriciteitshuisjes volgeschilderd met streetart. Weer erg leuk!
En dan, om 13 uur, is het tijd voor DOP restaurante. Het restaurant van Michelinsterchef Rui Paula. Ik ga voor het driegangen chef’s choice: het begint met een amuse van rosbief met wasabi, het voorgerecht een gegrilde brie met peperjam. Het knapperig verse superdonkere brood met zalige olijfolie en balsamico-azijn. Het hoofdgerecht is een perfect gegrilde octopus met aardappeltjes en een roergebakken spinazie. Zo goddelijk lekker dat ik mijn bestek er bijna bij opeet. Het dessert bestaat uit een stevige ‘pudding’ met verse ananascompote en een homemade kruimelige, kruidige soort muesli. Erg lekker! En als verrassing mag je dan bij je thee een keuze maken uit allerlei luxe, in bedjes van kruiden of chocolade liggende, zoetigheden. Als ik heel bescheiden een bolletje van een soort griesmeel pak, zegt de serveerster: Just one? Dus krijg ik ook nog een stukje donkere, romige chocoloade erbij. Zalig!
Helemaal happy ga ik richting de rivier Douro. Ik doe de Mercado de Ferreira Borges aan, een indrukwekkende, gerestaureerde grote markthal met bovenin een trendy restaurant/café. Misschien later een keer. Dan ga ik door naar het Palacio da Bolsa, de beurs met kamers vol antieke meubelen, kleurrijke plafondschilderingen en overvolle boekenkasten. Ook hier is ’t een en al kerken: het op een fort lijkende Igreja Monumento de Sao Francisco met ervoor een klassieke oude tram. En op 90 graden het Igreja paroquial de Sao Nicolau. Ik doe het met de buitenkanten. Rechtsaf de kade op, en dan linksaf over het smalle paadje langs de kleine restaurantjes aan het water wandel ik het pittoreske, kleurrijke Praca de Ribeira op en ga door over de Cais de Ribeira, restaurantjes langs de hele kade. Er hoog bovenuit torenen de bijzonder kleurrijke huizen, allemaal met afbrokkelende charme. Als ik hier alles bekeken heb, steek ik over.
Ik ben de enige passagier op de ‘fast ferry’ naar de overkant, waar ik wel eerst ruim een half uur op moet wachten. Niet zo fast, wel leuk natuurlijk! En telkens de schitterende brug van Eiffel die niet van Eiffel is hoog boven alles uit. Wow, een uitzicht om verliefd op te worden. Helemaal zo in de stralende zon. Aan de kant van Vila da Gaia ‘flaneer’ ik langs de boulevard, hoewel het waarschijnlijk meer sjokken was, na al deze kilometers. Heen en terug, en weer heen.
Op het fantastisch leuke lounge dakterras van Porto Cruz 360° drink ik een Cruz Rosemary cocktail. Dom, dom. Ik drink nóóit alcohol en ben nu na 2 slokken al tipsy. Blegh, vanwege dat gevoel drink ik dus nooit.
Maar goed, in ’t zonnetje kom ik de tijd wel door, hangend op een loungebank met uitzicht op de steile heuvel vol met kleurrijke huizen van de Porto-kant en de nieuwe-oude portboten op de rivier. Alweer WOW!
Met de kabelbaan laat ik me voor een paar euro omhoog brengen. Een schitterend uitzicht op beide oevers en de mooie brug als beloning. Dat blije gevoel in mijn buik!
Eenmaal boven is ’t me nog niet hoog genoeg. Ik klim de Rampa do Infante Santo op naar ’t Mosteiro da Serra do Pilar en de Igreja de Serra do Pilar. Super! En het uitzicht is waanzinnig, zeker nu de zon wat begint te zakken en er een soort wazig filter over het uitzicht valt. Ik kom er niet weg. Tot het te koud wordt, natuurlijk. Want als de zon verdwijnt, wordt ’t op deze winderige hoogte snel koud. De meeste mensen zijn dan ook al weg en ’t is een sereen plekje zo, met de rug tegen de kerk.
Na een pitstop van een uurtje ofzo op mijn kamer (lekker met de metro omhoog voor ’t grootste deel) is ’t tijd om weer op pad te gaan. Omdat ze hier zo laat eten, heb ik geen haast. De lunch vanmiddag was luxe maar niet overdadig én alweer 7 uur geleden, dus ik laat me verleiden tot een bijzonder goedkope (want maar 5,50 euro) maar erg smakelijke gegrilde zwaardvis met salade aan een klein wiebelig tafeltje, één deur verder dan het restaurantje van gisteravond. Ik kom een paar Nederlandse vrouwen tegen en klets de avond weg. Zo laat maak ik het nooit op vakantie, maar het late eten hier en het totale gevoel van veiligheid maakt dat ik pas laat mijn kamer in rol. Porto? Doen!!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley