Bloedzuigersokken en doodie in the jungle
Door: DanielleFrek
Blijf op de hoogte en volg Danielle
10 Oktober 2010 | Thailand, Bangkok
We zijn de parkeerplaats bij het infocenter nog niet opgedraaid of we worden uit de songthaew geroepen omdat er een 'water monitor' is gesignaleerd. Ik roep in dit verhaal telkens maar de Engelse benamingen, bij gebrek aan vertaling in 't Nederlands.
De water monitor is een leguaan fomaatje eng groot en ligt gelukkig op de oever aan de overkant van 't riviertje te zonnen. Al gauw trekt het beest allerlei bezoekers en schuift ie, door zoveel aandacht, geirriteerd 't water in. Weg... maar wel een mooi gezicht. Onze gids helemaal blij, want op drijfhout midden in de rivier ligt ook nog een andere soort leguaan te zonnen. Op inventieve wijze weet hij, door de camera's tegen zijn telescoop aan te leggen, mooie close ups voor ons te maken. En de stemming zit er helemaal in als er meteen daarna ook nog een ijsvogel op dezelfde takken landt en er gaat zitten vissen of zich gaat zitten wassen. Hopen dat het de hele dag zo doorgaat!
En ja hoor, zodra we richting jungle hike gaan, weer vol op de rem: gibbons, black faced in dit geval. De beesten zwiepen op tientallen meters hoog boven door de bomen en er komt zelfs nog een kleintje voorbij. De roepen tussen mannetjes en vrouwtjes zijn bizar hard en heel herkenbaar: 't vrouwtje gilt lang en steeds hoger, 't mannetje antwoordt in korte gillen.
Als we de jungle eenmaal ingelopen zijn, duurt 't niet lang of we zien ook nog een troep zwarte gibbons. Wederom hoog in de bomen omdat ze blijkbaar nooit naar de grond komen. Gelukkig is dit echte wildlife, geen dierentuingevoel, zeg maar.
Als we een tijdje stil hebben gestaan, kijken we allemaal naar onze leech-sokken. AAAARGH, iedereen heeft die vieze dunne, zich razendsnel verplaatsende, sliertige bloedzuigers op zijn beschermende sokken. Leech-sokken, om je een idee te geven, zijn grote Santa-Claus formaat sokken die je over je sokken en broek aantrekt, in je schoenen en tot onder je knie, zodat de bloedzuigers niet onder je broek kunnen kruipen om zich vast te zuigen.
Maar affijn, onze gids lacht zich suf als wij allemaal tegelijk beginnen te gillen en te springen. Get them off of me! En de krengen zijn nog vasthoudend ook, ze zitten best goed vast met hun zuignapje terwijl hun lijf heen en weer wriemelt op zoek naar de volgende plek om zich vast te zuigen. Zelfs in de dikke, oranje modder op de bergschoenen zitten die beesten en gedurende de hele wandeling moeten we er tientallen van onze lichtbeige leech-sokken en schoenen pulken. En doe je dat met je hand, dan plakken ze vast aan je vinger. Gelukkig is je huid daar te dik om vast te bijten. But it's the stuff nightmares are made of! BRRRR.
De Chinees die in ons groepje van 4 zit, vindt ze nog enger dan ik. Op het moment dat hij er eentje op zijn witte waterfles ziet, gooit hij zijn fles met een enorme smak tegen de grond. De Fransozen en ik lachen net zo hard als de gids. Watje!!!
De donkergroene schorpioen die Lek, onze gids, uit zijn holletje tovert heeft wel iets meer 'dierentuingehalte'. Het beestje heeft 'n vaste plek en met wat gepor met een grasspriet trekt Lek 'm uiteindelijk tevoorschijn. De steek doet alleen een paar dagen pijn, vertelt de gids uit ervaring, maar is niet giftig. Ook dit keer sla ik het rondje houd-het-enge-beest-vast maar over. Een schorpioen groter dan mijn hand... no thanks!
Inmiddels lopen we al ruim 2 uur door de jungle en de komende anderhalf uur gebeurt er weinig. Tja, da's de natuur. Hoog boven ons regent 't en horen we de regen maar op de junglebodem raakt het ons niet eens. Ineens klinkt er een geluid als een luchtballon die een flinke stoot hete lucht krijgt: enorme hornbills vliegen op. Een stuk of 3 tegelijk en 't geluid is angstaanjagend luid. Met een spanwijdte van 2 meter weten ze heel wat wrijving te genereren.
Intussen hebben we een pitstop gemaakt voor 'n plakrijst met ei-vla (sticky rice with egg custard, dat klinkt veel beter) er bovenop.
En waar ik met een warme maaltijd rekening mee houd, gebeurt nu: ik krijg enorme kramp. Midden in een jungle en de komende uren geen toilet in zicht. Gelukkig ben ik niet de eerste want de gids zelf moest al. De erg angstige Chinees negeert alle fatsoensnormen en volgt Lek op de voet, onder 't mom van: 'ik moet ook', hahaha. Hij is bang om in de jungle te verdwalen.
Affijn, net als ik bedenk dat ik me toch echt moet afzonderen, roept Lek: 'snake, snake'. Een giftige groene slang ligt opgekruld op een stam te zonnebaden. Ik ren gauw een eind het bos in, zelfs de wetenschap dat er giftige slangen en honderden bloedzuigers op mijn spierwitte billen azen, doet mijn krampen niet afzwakken. Achter een dikke boom en veel struikgewas doe ik wat ik doen moet en pak mijn toiletpapiertjes netjes in wat plastic zakjes want in de jungle achterlaten, dat doe je niet.
Gelukkig ligt de slang er nog als ik terugkom en schiet ik wat mooie plaatjes. Zonder krampen maak ik de rest van de trip af, het eten dat de gids mee genomen heeft, bewaar ik tot een later tijdstip, want een herhaling van het krampenverhaal hoef ik even niet, hahaha.
Op de rest van de trip vliegen nog een aantal hornbills weg, weer onder 't enorme suizen van de lucht onder die grote vleugels. We zien nog een erg bijzondere spin, die een enorm soort gewei heeft en wat andere beessies...
In de enorme modder maken we allemaal flinke schuivers maar ik maak er eentje behoorlijk vervelend en krijg een enorme knal van pijn in mijn rug. GGRRRR!!!
Blij dat de wandeling ten einde is, gaan we richting viewpoint. Een groep bavianen zit langs de weg. Hun dikke roze billen steken fel af tegen hun grijze vacht.
Ook komen we langs de weg een aantal herten tegen. Groot, groter dan verwacht.
Maar de icing on the cake komt later: als we de lange weg terugrijden, roepen de gids en chauffeur ineens: 'elephant, elephant'. En ja hoor, majestueus komt er een grote olifant uit de jungle de weg op gestapt. We racen tot op veilige afstand, trekken de regenflappen vliegensvlug aan de kant en hangen uit de auto.
Ineens klinkt er meer gekraak en komt er een hele groep uit de jungle gestapt. Een moeder met kalf drentelt nogal zenuwachtig de weg over en verdwijnt zo goed als onzichtbaar, na 2 meter al, in de jungle aan de andere kant van de weg. Omdat een andere auto komt aanrijden (en langsscheurt) raakt de stier nogal geirriteerd en jogt achter ons aan. Wij rijden gauw een stuk verder en luisteren naar de blazende olifanten tussen de bomen.
Zo ontzettend cool! De laatste keer dat ze olifanten gespot hebben, is twee weken geleden. En geen wonder, ze waren nog geen 10 minuten op de weg te zien. Wow! En dat terwijl ik voor de trip nog dacht: pfff, wilde olifanten, 't zal wel.
Om half 8 zijn we terug in de guesthouse en ik heb zo'n honger (amper gegeten natuurlijk) dat ik twee hoofdgerechten bestel. Een panang-curry met tofu (lekker spicy) en een chicken fried with garlic. En zoals altijd als je iets onverwachts doet, snappen ze er niets meer van. De gids (die vloeiend Engels spreekt) komt nog even checken, haha.
En net als de avond ervoor schuiven er allemaal mensen aan en delen ze allemaal in het eten dat op tafel staat en vliegen de verhalen de tafel over. Supergezellig en ik lig veel later in bed dan gepland. Da's nou 't leuke van een echte guesthouse: korte ontmoetingen met mensen en gezellig kletsen, info uitwisselen en in dit geval zelfs eten delen. Weer een supercoole dag!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley