Authentiek binnenland
Door: DanielleFrek
Blijf op de hoogte en volg Danielle
03 April 2009 | Suriname, Paramaribo
Als gids krijg ik Josephat mee. We worden een eind stroomopwaarts gevaren en stappen op de stenen treden van het dorpje Kampaloa (Kambalua) uit, midden door de vrouwen die natuurlijk weer bezig zijn met de afwas, de was, het baden van de kinderen en zichzelf. Ook hier spelen de kleine ventjes in hun blootje, staan de moeders grotendeels met ontbloot bovenlijf. Josephat leert me: ooweekiyo te zeggen als goedemorgen. Maar dat vind ik zo fake, dus ik roep overal: goedemorgen. Uiteindelijk begrijpen ze vaak wel NL en anders snappen ze de bedoeling wel. Het dorp Kampaloa is bijna uitgestorven. Ik kan dus lekker ongestoord rondloeren. Ik ben altijd sceptisch over dit soort trips, maar hier is niets opgezet voor de toeristen. Veel vrouwen zijn naar hun kostgrondjes, vaak een flink eind van het dorp vandaan zodat ze daar overnachten onder een dakje van palmbladeren. Op zich niet veel slechter dan in het dorp, waar wankele hutten van zwaar uitgedroogd hout met palmbladeren daken staan. Die daken gaan 6 tot 8 jaar mee, onvoorstelbaar.
Onder de hutten is 't rode zand een nest van blauwblauws, hagedissen in allerlei groottes. Ik vind ze natuurlijk eng (maar wel mooi) en vraag me af waarom ze ze niet eten, als 't er zo vol mee zit. Al zou 't alleen maar zijn dat ze dan weg zijn onder je huis, hahah. Later hoor ik van Annet dat ze niet eetbaar zijn.
De hutten hebben hier en daar wat houtsnijwerk maar verder is 't een en al droevenis en armoe om me heen. De enige weldaad komt van de planten: pindaplanten (die net geoogst worden), okra's, rijstveldjes, pompelmoenen (grote grapefruits zeg maar) maar ook een soort acaivruchten die je kookt en perst voor het sap, maripo's (groenige vruchten met een grote pit en vezelachtig vruchtvlees) en awarra's (oranje vruchten). Er staat zelfs een ananasplant, cacaobomen, koffieplanten etc.
In het dorp zijn twee meisjes hard aan 't werk. Ze stampen rijst in houten bakken met grote houten stampers. Het jongste meisje is een jaar of 14 en tegelijk de enige die geen hangborsten heeft, hoewel het met dit soort werk niet lang duurt natuurlijk, hahah. De oudere begint met me te praten. Haar zoontje is 9 maanden en zit in zijn plastic loopstoeltje, een raar gezicht in dit dorp van oud hout en palmblad. Ze willen wel meer met me praten, maar waar moet je het over hebben en hoe goed is hun NL en goed is mijn Saramaccaans... precies! Maar wel leuk, omdat de vrouwen hier over 't algemeen redelijk ontoeschietelijk zijn.
Als ik Josephat vraag hoe ze het vinden, al die witte mensen die door hun dorp lopen zegt ie: daar zeggen ze nooit wat van, ze vragen alleen maar waarom jullie gekke dingen bijzonder vinden. En tja, geef ze eens ongelijk. Wij zouden ook raar opkijken als iemand onze afwas op de foto gaat zetten, of ons tuinhek, of angstig wegspringt voor onze mussen, hahaha.
In dit gebied mogen mensen absoluut niet op de foto gezet, wat natuurlijk superzonde is, want wat zou het mooie plaatjes opleveren. Maar ik vind dat toch vervelend. De mensen denken dat je hun ziel steelt met foto's, dus ik doe het braaf niet. Ook niet als kleine kereltjes erom vragen, want de gids is per slot van rekening ook Saramaccaans. Brave hendrikje, Danielle!!!
Als laatste in dit dorp laat de gids me de animistische offerplaats zien, die ook niet op de foto mag trouwens. Twee grote houten beelden met lappen eromheen, offerandes erbij binnen een hek. Op mijn vraag of de bevolking hier weet uit welk deel van Afrika ze komen krijg ik een blanco reactie. Die vraag snapt de gids niet, zelfs niet als ik toelicht een Ghanese kennis te hebben en wat van het eten en de religies te kennen.
In het dorp maak ik wat mooie foto's... kleine stillevens van bakjes met eten, drogende pinda's, vruchten enzovoorts. Ik vind het allemaal geweldig. Zo autenthiek, zo echt had ik het nooit verwacht.
Net voor we het dorp uitlopen zien we nog 2 jonge meisjes. Ze praten en lachen wat. Josephat vertaalt: of ze met me mee zullen lopen. Ik reageer na zoveel reizen en zoveel dubbele intenties misschien wel heel fout. Ik vraag: waarom? Ze giechelen wat en Josephat vertaalt: omdat ze (de kleinste) van je houdt. Tja, wat moet je daar op zeggen, we verstaan elkaar toch niet... Wel jammer! Ik groet de meiden vriendelijk en ga verder.
We wandelen door de jungle en ik krijg les over de flora en fauna, hoewel... beesten zien we niet.
In de dorpen staan hier en daar watertonnen voor regenwater, maar de gids vertelt dat water toch ook nog vaak uit kreken wordt gehaald. Als we bij een grote kreek komen, staat daar inderdaad een moeder met 2 kindjes in het water, een derde kindje op haar rug gebonden in een kleurrijke doek, de beentjes om haar rug gevouwen.
Ze heeft haar drinkwater al klaar staan en is de afwas aan 't doen. Ik trek mijn bergschoenen uit om naar de overkant te waden. Het water is lauwwarm maar verkoelt wel, want inmiddels is 't erg warm, zelfs onder 't bladerdak van de jungle.
Uiteindelijk komen we in Botopasi weer uit. Dit is een christendorp en ik zie meteen waarom je laten bekeren loont. De huizen zijn groter, minder hutten van palmblad, meer van hout. De school en de kerk ondersteund door NL goede doelen zijn de enige gebouwen van steen. Wat mijns inziens behoorlijk wrang is.
Ook hebben ze hier een generator. De cells (mobiele telefoons) kun je opladen bij 't winkeltje waar je ook je beltegoed koopt, want niet iedereen heeft stroom natuurlijk. Of een stopcontact for that matter.
Ik word inmiddels gek van de wegspringende blauwblauw hagedissen, die krengen zitten overal en ik schrik er zelfs na honderden nog van als ze net voor me wegschieten.
Josephat laat me kennismaken met zijn vrouw. Op mijn vraag of het hun huis is zegt ie: het is haar huis, ik woon bij haar. Zo werkt dat hier: wil je een vrouw, dan zorg je voor een huis en een pannenset. Hij is 54 jaar en opa van 2 kleinkinderen van een jaar of 8 die ook rondrennen als we door 't dorp lopen.
We zijn bijna het dorp uit, als ik een aap in een kooi zie. Zielig in z'n veel te kleine ruimte. Mijn vraag: waarom houden jullie die aap in een kooi, krijg ik het antwoord: anders loopt ie weg. Tja, soms zijn antwoorden zo eenvoudig.
Net na de lunch (bietensalade op zijn NL) begint het weer te regenen. Man o man, wat zal ik straks relaxt zijn als ik weer thuis kom.
Jac, de vrijwilliger, heeft zalige mosterdsla (voor tropische landen) geplant en 's avonds eten we een supergoeie moksie alesie, kip en een zalige mosterdsla.
De laatste dag in Botopasi. Ik ben blij dat ik er een dag bijaan heb geknoopt want vandaag had ik niet willen missen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley